Doorgaan naar hoofdcontent

Nederland is niet klaar voor de integratie van moslims

Door: Abou Hafs

 




We hebben in Nederland een groot integratieprobleem: grote groepen moslims zijn hoogopgeleid, spreken de taal uitstekend en maken gebruik van de ruimte die de wet biedt om hun islamitische identiteit en maatschappijvisie uit te dragen.

En dat is niet waar integratiebeleid voor bedoeld was. Een hoger opleidingsniveau had moeten leiden tot meer secularisering, zoals beleidsstukken in de jaren 80 en 90 voorspelden. In het rapport Moslim in Nederland van het Sociaal en Cultureel Planbureau uit 2004 wordt deze verwachting expliciet benoemd: 

“Verder hebben onderwijs en arbeidsdeelname het verwachte effect op de islambeleving: wie hoger opgeleid is en wie een betaalde baan heeft, is minder religieus actief.”

Deze passage illustreert de toenmalige overtuiging dat een hoger opleidingsniveau en arbeidsparticipatie zouden leiden tot een afname van religieuze betrokkenheid onder moslims in Nederland. Een goed geïntegreerde moslim is iemand die zijn geloof afzweert, bij voorkeur in de publieke ruimte, en zich voegt naar een seculier, wit, westers referentiekader.

Echter, latere onderzoeken hebben aangetoond dat deze verwachting niet volledig is uitgekomen. In het SCP-rapport De religieuze beleving van moslims in Nederland uit 2018 wordt opgemerkt dat ondanks maatschappelijke integratie, veel moslims hun religieuze identiteit behouden of zelfs versterken. En hier wringt de schoen voor rechts, moslimhatend Nederland.

Zij hebben geen moeite met slecht geïntegreerde moslims. Integendeel. Hun ideale moslim is apolitiek, onzichtbaar en vooral stil. Het probleem ligt bij de té goed geïntegreerde. Ze ergeren zich mateloos aan moslims die in vloeiend Nederlands de pijnpunten van deze samenleving benoemen, die islamitische waarden uitdragen zonder zich te verontschuldigen, en die dat allemaal doen binnen de grenzen van de wet.

Het werkelijke gevaar schuilt voor hen in de moslim die zijn grondrecht gebruikt om zich te organiseren. Hij die het demonstratierecht gebruikt om het leed in Gaza zichtbaar te maken en hún steun aan Israël af te keuren. Hij die met het wetboek in de hand de publieke ruimte opeist om zijn visie te delen. Dáár ligt de werkelijke ergernis.

Kijk eens hoe groot de bereidheid is om fundamentele grondrechten ter discussie te stellen als moslims daar gebruik van maken. De afgelopen weken riep moslimhatend Nederland op tot het inperken van het demonstratierecht, omdat moslims zo brutaal waren geweest om daar effectief gebruik van te maken. Zo had de groep Ummah voor Gaza in vreedzame maar confronterende acties hun pijlen gericht op de genocideverheerlijkers van Christenen voor Israël. Schande, werd er geroepen. Dáár is het demonstratierecht niet voor bedoeld.

De moslim mag zich best manifesteren in de publieke ruimte en gebruik maken van grondwettelijke vrijheden, maar dan vooral om het dominante discours over de Islam te bevestigen. Maakt hij gebruik van het grondwettelijke instrumentarium om zijn eigen narratief te verkondigen, dan moet er worden ingegrepen, desnoods door fundamentele grondrechten in te perken. Zo fragiel is de democratie dus.

 

 


Reacties

Populaire posts van deze blog

𝗗𝗲 𝗺𝘂𝗹𝘁𝗶𝗰𝘂𝗹𝘁𝘂𝗿𝗲𝗹𝗲 𝗶𝗹𝗹𝘂𝘀𝗶𝗲

Multiculturalisme is één van de grootste leugens die moslims in Nederland is aangesmeerd. Omdat men binnen dat multiculturele model toegang kreeg tot bepaalde rechten en sociale voorzieningen, is men het gaan omarmen als de ideale maatschappijvisie. Maar ook autochtone Nederlanders zijn voor deze leugen gevallen. Zij worstelden met hun koloniale verleden, slavernij en de Holocaust, waardoor zij zich krampachtig vastklampten aan het idee van tolerantie om hun historische wandaden te compenseren. Beide partijen zijn gaan geloven in een leugen die geen stand kan houden. Je kunt niet van een mens verwachten dat hij een vreemdeling onvoorwaardelijke accepteert, zijn welvaart gelijkwaardig met hem deelt en zijn cultuur en religie op gelijke voet stelt met de zijne. Integendeel. De neiging van de mens om zijn eigen groep te bevoordelen en vreemdelingen als potentiële bedreiging te beschouwen, is evolutionair aangelegd. Het beschermen van de eigen groep vergrootte namelijk de overlevingskanse...

Is het nu oorlog? Kom maar op!

‘Het is oorlog’, kwekt een gefrustreerde Nanninga op Jalta . En, ‘het is de schuld van de islam’. Van de miljoenen vredelievende moslims in Europa wil ze niks weten. Het kan haar ‘geen reet’ schelen dat er ook aardige mensen bij die club horen. In lijn met de Bush-doctrine verklaart ze de vijandschap aan iedereen die haar vijand niet als zodanig typeert. Want in tijden van oorlog staat nuance natuurlijk gelijk aan heulen met de vijand. Ze is van plan ten strijde te trekken met een wapenarsenaal bestaande uit woorden, rede en ratio. Als moslim zeg ik: ‘kom maar op met die oorlog’. In een strijd die uitgevochten wordt met woorden, rede en ratio maakt Nanninga namelijk geen schijn van kans. Over haar woorden wil ik niet te lang uitweiden. Gescheld, gevloek en getier is het standaard protocol in haar columns en tweets. Niks om als beschaafd burger voor te vrezen dus. Van de rede moet ze het ook niet hebben. Hoe verklaar je anders die schaamteloze generalisering van miljoenen moslims ...